Biografie Desi Raghosing

Welkom op de officiële website van Desi Raghosing

Desi Raghosing was in Suriname en later in Nederland bekend als bhaitak gana- en semi classical zanger, muzikant, componist en liedjesschrijver. De muziek en de liederen zijn sterk geïnspireerd door de Indiaas-Hindoestaanse cultuur in Suriname en werden veelal op feestelijke gelegenheden (verjaardagen en bruiloften) gespeeld. Samen met zijn band, Mohini Sangeet Samaadj, heeft hij tevens op de radio en TV opgetreden in Suriname en op de radio in Nederland.

Privé

Kewalpersad Raghosing, zoon van Mangal Raghosing en Ramesari Jiawon, beter bekend als Desi Raghosing, werd geboren op 17 oktober 1935 aan de Hogestraat te Paramaribo in Suriname. Op 18 februari 1984 (48-jarige leeftijd) kwam er abrupt een einde aan zijn leven toen hij in Nederland overleed aan de fatale gevolgen van een hartaanval.

Desi kwam uit een zéér muzikaal gezin met nog 4 broers (Sewsankar, Bert, Anton, Harold) en 5 zussen (Siene, Hillouise, Murcy, Nita en Ilse). Na het behalen van zijn mulodiploma aan de Sint Paulusschool in Paramaribo, is Desi enkele jaren als laborant gaan werken op de afdeling Landbouw Proefstation van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. In mei 1961 besloot hij naar Nederland te vertrekken om daar te studeren. In Nederland heeft Desi diverse boekhoudkundige opleidingen met goed gevolg afgerond.

In 1965 repatrieerde hij vanuit Nederland met het MBA diploma (boekhouding) op zak naar Suriname. Hij trad in dienst bij de firma "De Boer's Veem", een dochtermaatschappij van Bruynzeel, aan de waterkant te Paramaribo.

In 1967 trouwde hij met Rinia Boedhoe en samen kregen zij twee zonen, Robert en Dennis. Desi kon zijn geluk niet op en noemde zijn zonen "het licht in zijn leven". In 1980 is Desi met zijn gezin weer in Nederland komen wonen, alwaar hij zich opnieuw vervoegde bij 'Baithak Gana'- bandjes.

Muziek en inspiratie

De liefde voor muziek, en met name de Indiase liederen, werd de familie Mangal Raghosing met de paplepel ingegoten. Thuis stond de radio de hele dag door afgestemd op de Hindoestaans- Indiase zender van de Wereldomroep. Daarnaast speelde de taperecorder in de woonkamer van familie Raghosing uren aan één stuk door liedjes van Mohammed Rafi, Hemant Kumar, Geeta Dutt, Suraiya, Asha Bhosle, Lata Mangeskar e.a.

Vader Mangal vond het belangrijk dat zijn kinderen een stukje culturele bagage meekregen en stuurde ze naar pandit Kamta uit Stolk Buiten voor hindi-les. Desi was de absolute uitblinker; hij kon in een kort tijdsbestek al Hindi lezen en schrijven. Ook het interpreteren van de Hindi-teksten ging hem toen al voor de wind, hetgeen hem later bijzonder goed van pas kwam bij het schrijven van zijn eigen liederen.

In zijn tienerjaren heeft hij samen met zijn jongere broers, Bert en Anton, in verscheidene Hindoestaanse bandjes gezongen op o.a. bruiloften. Met zijn zus Hillouise zong hij thuis vaak verschillende duetten. Desi was idolaat van de legendarische Indiase zanger, Hemant Kumar. Geen wonder dat hij toen liedjes als, "Moh ka parda kaala hai jagat makri ka djaala hai"(de wereld is een spinnenweb), "Jaane woh kaise log the jinke pyar ko pyar mila" (wie zijn de mensen die de liefde die ze geven ook terugkrijgen) van deze vermaarde zanger uit volle borst ten gehore bracht.

Muziek in zijn algemeenheid zat Desi in het bloed, want ook tijdens zijn studie in Nederland ontstond zijn fascinatie voor opera's en operettes van diverse componisten zoals Mozart, Beethoven, Bach en Verdi. Hij reisde zelfs af naar Italië, Duitsland en Griekenland voor opvoeringen van de verschillende opera's en operettes in bekende operagebouwen. In Griekenland bezocht hij tevens een concert van sitarvirtuoos Ravi Shankar (vader van zangeres Norah Jones). Desi was een groot bewonderaar van de wereldberoemde Griekse operazangeres Maria Callas en de tenoren Luciano Pavarotti en Placido Domingo. De Franse chansonnier(liedjesdichter), Charles Aznavour, behoorde ook tot één van zijn geliefde zangers.

Al deze uiteenlopende muziekgenres raakten en inspireerden Desi. Desi zou Desi niet zijn als hij zijn passie voor muziek na terugkeer in Suriname niet zou kunnen continueren. Hij was vaak op Hindoestaanse feesten te zien en legde zijn oren altijd te luister als er gezongen werd.

In 1972 maakte hij kennis met Jagdies Oeditram. Desi was erg onder de indruk van de zangkunsten van deze zanger. Kort na deze ontmoeting werd Desi opgenomen in de band van Jagdies Oeditram. In dat jaar zong hij op 7 april voor de S.T.V.S. het nummer "Moh ka parda kaala hai jagat makri ka djaala hai" (de wereld is een spinnenweb), dat bijzonder in smaak viel bij de luisteraars. Jagdies en Desi trokken samen op en namen deel aan verschillende radio en TV programma´s en zangcontesten in Thalia, georganiseerd door de organisatie "Insaaf". Radio Rapar was een populair radiostation en Desi maakte samen met zijn vrienden op zondag altijd weer een bijzondere uitzending van.

Desi zong allereerst Indiase liedjes, die hij een "semi-klassiek" tintje gaf. In een mum van tijd ontwikkelde hij zich hier steeds beter in en haalde hij zijn inspiratie voor de teksten uit "poestaks"(Hindi boeken met filosofische verzen). Pandit Ammersing hielp hem bij het schrijven van zijn teksten.

Desi liet zich, bij zijn eerste aantreden, op de harmonium begeleiden door medezangers van het bandje, maar kwam al gauw tot het besef dat hij dit instrument zelf moest leren te bespelen om meer uit zichzelf te kunnen halen. Op 37-jarige leeftijd nam Desi daarom een harmoniumleraar in de arm. Noten lezen kon hij niet, maar als hij zijn liedjes componeerde liet hij een bandrecorder meelopen om zo zijn compositie beetje bij beetje verder uit te werken. Dit was voor hem ook het moment om een eigen band te formeren, Mohini Sangeet Samaadj (De mooie liederen Band) genaamd.

In 1976 brak hij ook internationaal door met zijn eerste single "Holi aye holi sajania rang le choli", "phagun bieta djaaje phagun bieta djaai"(Holi-phagua lied). Op Trinidad en in India werd hij op de radio geïnterviewd. Desi bood in februari 1976 een exemplaar van zijn single "Holi aye holi" aan, aan de allereerste President van de Republiek Suriname, Johan Ferrier, ter ere van de eerste holi-phagua viering in de Republiek Suriname.

Zijn eerste langspeelplaat werd door de Indiase ambassadeur van Suriname (dhr. Gupta) in ontvangst genomen.

Voor de studio-opnames van zijn singles en langspeelplaten reisde Desi speciaal naar Trinidad of Nederland af. In totaal heeft hij 3 langspeelplaten en 4 singles uitgebracht gedurende de periode 1972-1984.

Noemenswaardig is het lied "Mata mamta"(1976) dat hij speciaal ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van zijn moeder had geschreven en gearrangeerd. Helaas is zijn moeder enkele maanden voor haar 70ste verjaardag overleden en heeft ze deze ode van hem aan haar nooit mogen horen.

Ook in Nederland trakteerde hij zijn fans op prachtige liederen met diepgaande en filosofische teksten. Zijn liedjes worden tot op de dag van vandaag in Trinidad, Nederland, Mauritius en India op de radio gedraaid. Desi zijn muziek raakte en raakt nog steeds vele mensen. Zijn teksten zijn uit het leven gegrepen en zowel jong als oud kunnen hun eigen boodschap uit de liederen halen.

Voor velen heeft Desi zich met zijn verdiensten en talenten op het muzikale vlak "onsterfelijk" gemaakt.

Discografie van Desi Raghosing

CD
1. Songs to Remember
Albums
1. The Melody King
2. With Love from Desi Raghosing
3. Special Songs
Singles
1. Sings
2. For Young and Old
3. Latest Hits
4. Single no 4